Une Ange passe

Zielig voor de auto.
Een auto kan niet zielig zijn, zegt A.
De auto is overal ingedeukt behalve dat plekje waar jij zat.
Dat was een Engel.
Heb je een Engel gezien? Was je bang?
Nee, ik dacht ik moet heel blijven.
Je hebt een lantaarnpaal omver gereden.
Lantaarnpalen buigen makkelijk. Daar zijn ze op gemaakt.
Ze breken als je er tegen aan rijd.
Ben je over de kop gerolt of opzij? Wat zei de politie?
De politie zei dat ik een staatslot moest kopen.
Waarom ?
Als je zoveel geluk hebt....Ik hang ondersteboven. Moet mijn riem losmaken. Er zijn onmiddelijk mensen. Ik denk als de auto maar niet in brand vliegt. Dat doen auto’s. De brandweer is er. Er zijn onmiddelijk mensen. Zijn we verzekerd?
De auto is afgeschreven. De lantaarnpaal moeten wij die betalen?
De politie zegt. Nu is er een derde partij bij betrokken. Rijkswaterstaat.
Sturen ze een rekening? Wat kost een lantaarnpaal? Was je niet bang toen je de lantaarnpaal voor je zag?
Ik hang ondersteboven. Maak de riem los.
Hoe kwam je uit de auto?
De deur ging gewoon open. Er zijn onmiddelijk mensen. Ze zeggen niks. Staan maar wat te kijken.
Omdat jij zonder schrammetje uit de auto kruipt?
Heb een bult.
Dit is de tweede auto die je total loss rijd.
Je bedoelt drie keer is...
Je hebt nog één keer.
En dan ben ik dood?
Nog één keer om er miraculeus aan te ontsnappen. Daarna geven ze het op. De beschermengelen.
De auto wordt afgesleept.
Zielig voor de auto.
Een auto kan niet zielig zijn, zegt A.


Une Ange passe.